WONEN

Wist je dat...

  • Slechts 65% van de Dilbeekse inwoners woont al meer dan 10 jaar in de gemeente (74% in Vlaanderen). (gemeentemonitor 2023).
  • De bebouwde oppervlakte is met 82,8% in Dilbeek zeer hoog t.o.v. het Vlaams Gemiddelde (75,4%) maar ook ten opzichte van de buurgemeenten (76,8%). Die oppervlakte gaat vooral naar wonen terwijl de ruimte voor welzijn en recreatie relatief beperkt is (4,8% tov 6,4% in Vlaanderen) (gemeentemonitor 2023)
  • Een relatief groot deel van ons woningbestand dateert van tussen 1946 en 1981 (50,6% tov 39.8% in Vlaanderen). (gemeentemonitor 2023)
  • We hebben relatief meer (half)open bebouwing en appartementen, maar minder gesloten bebouwing (18% vs 24% Vlaams). (gemeentemonitor 2023)
  • 25,4% van de wooneenheden bestaat in 2023 uit appartementen, dat is een toename met 2,5% t.o.v. 2019.
  • Het aandeel inwoners dat sociaal huurt is in Dilbeek kleiner dan de helft van het gemiddelde in Vlaanderen. Het sociaal woningaanbod is met 4,6 sociale woningen per 100 huishoudens relatief laag (6 in Vlaanderen) (gemeentemonitor 2023)
  • Elke gemeente in Vlaanderen kreeg een Bindend Sociaal Objectief (BSO) opgelegd om het sociaal woonaanbod te vergroten. Tegen 2025 moet Dilbeek een BSO van 285 woningen bereiken. In 2023 zijn nog maar 180 woningen gerealiseerd. (Steunpunt Data & Analyse Vlaams-Brabant, 2023).
  • De mediaanprijs voor appartementen (265 000€) en huizen (400 000€) ligt een pak hoger dan gemiddeld in Vlaanderen (235 000€ en 315 000€).(gemeentemonitor 2023)

De voorbije legislatuur

  • De sociale woningbouw is in Dilbeek volledig stilgevallen.
  • Er werd een bouwkompas ingevoerd dat bestaat uit een bouwtaks, een verordening kwaliteitsvol wonen (regels voor bouwen), een Woonomgevingsplan (waar mag welk type woning komen) en een projectlast (welke last leg je op aan projectontwikkelaars). Dit is een goed bedoeld instrument, maar bevat te veel regeltjes die wonen net duurder maken (15% volgens de Gecoro) en het geeft te weinig ruimte voor creatieve en verbindende projecten. In de wandelgangen wordt soms gezegd dat die kostprijsstijging net de bedoeling was van dit bestuur: “we willen enkel nog duurdere woningen en een rijker publiek”.
  • In verschillende projecten (RUP stationsomgeving, RUP Itterbeek dorp,…) wordt gekozen voor extra bouwlagen met ofwel een ongelukkige inplanting ofwel onvoldoende garanties op het behoud van groene ruimtes. Van sociale woningen is in geen enkel van deze projecten sprake.

Onze visie

We streven naar een duurzame, inclusieve, betaalbare en aangename woonomgeving voor alle Dilbekenaren. Bij nieuwe projecten is onze eerste vraag aan een projectontwikkelaar steevast: “wat brengt jouw project bij aan (de leefbaarheid van) de buurt?”. We willen dan ook bij elke toekomstige nieuwe ontwikkeling nagaan of deze ruimtelijk op zijn plaats is. 

De gemeente moet regisseur zijn van een ruimtelijk woonbeleid dat deze doelstellingen nastreeft. Het actuele bouwkompas bevat te veel regeltjes die wonen net duurder maken en geeft te weinig ruimte voor creatieve en verbindende projecten. Het lokaal bestuur moet een verscheidenheid aan woonplaatsen vergunnen en mogelijk maken. Waar nodig kan de gemeente ook een actieve rol opnemen en, al dan niet in publieke-private samenwerking, zelf het heft in handen nemen om bepaalde buurten op te waarderen en maatschappelijk waardevolle projecten te realiseren. 

Betaalbaarheid van wonen blijft een grote uitdaging. Sociale woningen zijn belangrijk om minder begoede inwoners de kans te geven in onze gemeente te blijven wonen. Wij pleiten voor meer kleinschalige sociale projecten in onze dorpskernen en willen de door Vlaanderen bepaalde norm voor sociale woningen, het Bindend Sociaal Objectief, halen. We kiezen ook voor een actief leegstandsbeleid om zo ook eigenaars te stimuleren om sociaal te verhuren. Want leegstaande woningen dragen (op termijn) bij aan het verloederen van buurten. We willen ook kansen geven aan alternatieve en gemengde woonvormen zoals cohousing, zorgwonen, singles-woningen,… die mensen verbinden en waar dankzij gedeeld gebruik van ruimte meer mogelijk is met minder middelen. Tegelijk zetten we in op de verduurzaming van bestaande woningen en stimulering van energiezuinige nieuwbouw op een sociaal rechtvaardige manier (zie thema klimaat). 

De ruimte is schaars en de druk op onze kostbare open ruimte is groot. Daarom scharen we ons achter de geest van de bouwshift door open ruimte maximaal te vrijwaren en kwalitatief te verdichten in de dorpskernen. Daarbij kiezen we voor dorpse architectuur die bijdraagt aan de leefbaarheid van de buurt. 

De woonbuurten maken we aangenaam door te investeren in wijkvoorzieningen zoals speelplekken, ontmoetingsruimtes en groen (zie thema natuur & open(bare) ruimte). Het woon- en ruimtelijke ordeningsbeleid heeft ook een grote impact op de mobiliteit (zie thema mobiliteit) want het versterken van dorpskernen en het verweven van functies maakt een deel verplaatsingen niet meer nodig.

Concreet

  • Gemeente als regisseur en waar nodig actor in het woon- en ruimtelijke ordeningsbeleid
    • Aanpassen van het bestaande bouwkompas in functie van betaalbaarheid, nieuwe woonvormen en creatieve toekomstgerichte projecten. 
    • Open ruimte maximaal beschermen.
    • Waar we verdichten kiezen we voor dorpse architectuur die woonkernen versterkt, het “dorpse DNA” helpt behouden en het visuele geheugen van de dorpen respecteert. 
    • Inzetten op gemengde wijken met een diversiteit aan woningtypen en bewoners en een verwevenheid van functies. 
    • Hoger bouwen enkel op specifieke (goed ontsloten) plaatsen wanneer het project bijdraagt aan betaalbaar wonen of een ander maatschappelijk doel en er daardoor meer ruimte in de buurt groen blijft. Hoger bouwen om projectontwikkelaars ter wille te zijn, is voor ons niet aan de orde.
    • Onderzoeken of een onafhankelijke kwaliteitskamer kan helpen om projecten te beoordelen op leefkwaliteit en inpasbaarheid. 
    • Een actieve rol spelen waar nodig via een gemeentelijk grond- en pandenfonds om bijvoorbeeld betaalbare woningbouw te stimuleren, multifunctionele projecten te realiseren en specifieke buurten op te waarderen (bvb. langs de N8). Dat kan o.a. door actief gebruik te maken van het gemeentelijke voorkooprecht. 
  • Betaalbaar wonen
    • Stimuleren sociale woningbouw: Ten volle gebruik maken van de nieuwe woonmaatschappij en het Bindend Sociaal Objectief (BSO) voor sociale huur- en koopwoningen behalen. Bij voorkeur doen we dit, indien haalbaar, via kleinschalige projecten in onze dorpskernen. Zo vermijden we te veel concentratie en verhogen we de leefbaarheid en de sociale mix in buurten.
    • Leegstand aanpakken: Een up-to-date leegstandsregister bijhouden, eigenaren actief benaderen en een krachtig en aanklampend leegstandsbeleid voeren. We zetten lang leegstaande panden liefst in voor sociale woonprojecten of als (pop-up)locatie voor startende ondernemers.
    • Jaarlijkse indexatie van de huursubsidie die inwoners kunnen krijgen die, in afwachting van de toewijzing van een sociale woning, huren op de private markt.
    • Onderzoeken woonlastenverlaging voor inwoners met een lager inkomen 
  • Inclusief Wonen en Leefbaarheid 
    • Zorgen voor voldoende aangepaste en toegankelijke woningen voor ouderen en mensen met een beperking door levensloopbestendig bouwen en renoveren te stimuleren (zie ook Ouderenzorg). 
    • Gemengde woonvormen: Woonprojecten ondersteunen die gericht zijn op intergenerationeel en inclusief samenwonen en de ontwikkeling van gemeenschappelijke woonvormen zoals cohousing en woongroepen stimuleren. Dit mogelijk maken in de regelgeving.
    • Kennisuitwisseling en advies faciliteren voor coöperatieve woonprojecten.
    • Actieve rol spelen door zulke projecten mee op te nemen in (publiek-private) ontwikkelingen.